De druk op huisartsenzorg is onhoudbaar. Duurzame verlichting vraagt om innovatieve oplossingen: samenwerken met kleinschalige woonvoorzieningen bijvoorbeeld. De huisarts houdt de zorgregie, maar verpleegkundigen kunnen dankzij hun expertise ter plaatse waardevolle en tijdbesparende eerstelijnszorg aan kwetsbare ouderen bieden. Hoe zo’n samenwerking eruit kan zien en wat precies de voordelen zijn? Daarover spreken we huisartsen, ouderenzorg-specialisten en zorgondernemers die de handen al ineen hebben geslagen.
Praktijk in de woonkamer
‘Elke kleinschalige woonvoorziening regelt de huisartenzorg in samenwerking met een plaatselijke huisarts’, begint Judith van der Sande. Zij is zorgondernemer bij Herbergier De Maashorst – een plek voor 18 ouderen met dementie. ‘Nadat ik bij andere locaties inspiratie had opgedaan, ging ik om de tafel met onze huisarts Hanneke van Kollenburg-de Smit. We bedachten hoe we onze samenwerking wilden vormgeven. Dat resulteerde in de afspraak dat er iedere dinsdagmiddag contact is met de huisarts Dr. Kollenburg-de Smit en haar collega Joy van Vugt. De ene dinsdag komt de huisarts bij ons, de andere dinsdagmiddag is er een telefonisch consult. Voorafgaand bundelen wij alle niet-urgente vragen en klachten – van oorpijn tot wondjes. Veel kleine kwaaltjes worden al door ons team ondervangen, maar bij twijfel mogen we de praktijk altijd bellen.’
Een efficiënte en prettige werkwijze, vinden alle betrokkenen. ‘Dankzij de kritische triage van Judith en haar personeel zijn wij minder tijd kwijt’, zegt huisarts Van Vugt ‘Ook de huiskamersetting is fijn, zowel voor ons als voor bewoners. Wij krijgen zo namelijk een heel ander beeld van patiënten dan in de spreekkamer. Daar hebben we minder tijd en vaak komen ouderen met een naaste die zich veel zorgen maakt. Dat geeft soms een vertekend beeld. Bovendien zijn oudere patiënten met dementie vaak minder mobiel en soms ook verward. Een tochtje naar de praktijk kan dan best spannend zijn.’
Waardevolle voorzorg
Zorgondernemer Saskia Megens – opgeleid tot geriatrisch verpleegkundige – leidt een Herbergier in Etten-Leur. ‘Ik kan bouwen op mijn eigen kennis, maar gelukkig ook op een groep deskundige collega’s. Daar hebben we bewust in geïnvesteerd, zodat ze een goede triage kunnen doen en veel zorgtaken ook zelf kunnen oppakken. Bij twijfel of spoed betrekken ze mij en daarna eventueel onze huisarts, Sebastiaan Haze.’
Huisarts Haze: ‘Ik heb affiniteit met ouderenzorg en vind het heel waardevol om die op deze manier te verlenen. Doordat het personeel van Saskia goed is opgeleid, hoeven we helemaal niet zo vaak langs te komen. Wel voeren we twee keer per jaar een multidisciplinair overleg, waarin we iedere patiënt uitgebreid bespreken. Daar sluit ook de apotheker bij aan, zodat we casussen echt van alle kanten kunnen belichten.’
Altijd scherp blijven
Wanneer zorgvragen complex worden, verwijzen huisartsen Van Vugt, Van Kollenburg-de Smit en Haze door naar een specialist ouderengeneeskunde (SOG). Voor de woonvoorziening in Etten-Leur is dat Piet IJpelaar, meestal wordt hij ingeschakeld bij gedragsproblemen. ‘We zijn heel blij met zijn hulp’, vertelt Megens. ‘Hij neemt alle tijd voor de bewoners. Hij ziet ze minder vaak dan ik, waardoor hij met afstand naar hun algehele situatie kan kijken. Ik ben er natuurlijk elke dag, waardoor er ook weleens blinde vlekken ontstaan.’
Hans van den Broek is als specialist ouderengeneeskunde betrokken bij de kleinschalige woonvorm Herbergier De Maashorst. ‘Net als IJpelaar kijk ik vooral naar gedrag. En hoewel de huisarts hoofdbehandelaar is, bied ik ook ondersteuning bij multimorbiditeit, dat levert vaak nogal ingewikkelde afwegingen op. Moeten we bijvoorbeeld wel bloeddrukverlagers toedienen bij tekenen van orthostatische hypotensie, als dat het val- en breukrisico verhoogt?’ Zorgondernemer Van der Sande vult aan: ‘Dementie kent een progressief verloop. Je moet dus heel scherp zijn op veranderingen. Lichamelijk, maar ook geestelijk. Het is dan geruststellend om te weten dat eerstelijns huisartsenzorg zo dichtbij is.’
Dankzij pgb ongecompliceerde hulpverlening
Eerstelijnsbehandelingen bij kleinschalige woonvoorzieningen worden vergoed vanuit de reguliere zorgverzekering. Daarnaast kunnen bewoners met een Wlz-indicatie de geïndiceerde zorg betalen vanuit het persoonsgebonden budget (pgb). Een gunstige bijkomstigheid, vindt Van den Broek. ‘Je hoeft als huisarts of SOG’er dus niet door allerlei hoepels te springen. Sterker nog: zo’n samenwerking maakt ons werk alleen maar makkelijker. En er verandert kostentechnisch niets ten opzichte van normale huisartsenzorg – behalve dat de zorgzwaartepakket-indicatie anders is.’
Altijd persoonlijke zorg
‘Levenskwaliteit staat altijd voorop’, gaat Van den Broek verder. ‘Daarin verschilt de tendens met twintig jaar geleden, toen werden ouderen vaak eindeloos behandeld. Daarom leggen we de wensen van bewoners – vooral over zorg in de palliatieve fase – vast vóórdat ze in een kleinschalige instelling komen wonen en stellen deze bij als de medische situatie verandert gedurende hun verblijf. Advance care planning is een belangrijk onderdeel geworden in de ouderenzorg. Het betreft hier niet alleen wel of niet reanimeren, maar ook of ziekenhuisopname voor bijvoorbeeld een grote operaties nog wenselijk, zijn periodieke poliklinische controles bij specialisten nog nodig, wat doe je wel of niet bij ernstig nierfalen, etc. Dit vindt plaats in samenspraak met de bewoner en zijn familie. Het streven is de juiste zorg op de juiste plek en moment door de juiste professional beter vorm te geven. Al dan niet in overleg met de specialist is ook veel mogelijk in de eigen vertrouwde woonomgeving van de bewoner. Zo zijn direct ook alle betrokkenen ervan op de hoogte. Hierdoor zijn onze dossiers altijd up-to-date, en op basis daarvan kiezen we ervoor om behandelingen wel of niet uit te voeren.’
Zorgvuldig omdenken
‘Dementiezorg vraagt om een persoonlijke aanpak’, vertelt SOG’er IJpelaar. ‘Ik ga bij patiënten altijd eerst op zoek naar hun gebruiksaanwijzing: wat hebben zij nodig, zodat ik mijn werk optimaal kan doen? Het is dan vooral belangrijk dat je ze in hun waarde laat en helpt zonder dat ze zich bedreigd voelen. Soms is even een hand vasthouden genoeg, andere keren moet je wat onconventioneler denken. Zo was er in Etten-Leur een bewoner die het liefst op de grond sliep. Je trekt zo iemand dan niet overeind om in bed te gaan liggen, maar je legt er een matras onder.’
Huisarts Van Kollenburg-de Smit: ‘Mensen met dementie die thuis wonen, bezoeken we normaliter niet iedere twee weken. Daarom is deze vorm van zorgverlening zo waardevol. Dat we op vaste momenten langskomen betekent niet per definitie dat we elke keer iedereen behandelen, maar het verlaagt wel de drempel. Bovendien leren we op deze manier als professionals ook veel van elkaar.’
Huisarts Haze is het daarmee eens. ‘Ik wil een taboe doorbreken: gelukkig dement zijn kan namelijk gewoon voor veel mensen. Toch worden ze nog te vaak behandeld alsof ze niet echt meer meetellen. Hoewel ze veel dingen niet meer zelf kunnen aangeven, zie ik het als mijn taak om hun levenskwaliteit zo hoog mogelijk te houden.’