Alle Brugginks vrouw Pietje, woont sinds maart 2022 in Herbergier Steenwijkerwold. Alle (79 jaar) is voormalig onderzoeker, chemicus en hoogleraar. Nu zet hij zijn talenten in voor Herbergier bewoners, door lezingen te geven over uiteenlopende onderwerpen. Alle vertelde ons over zijn motivatie, de zorg voor zijn vrouw, en hoe hij zijn kennis deelt in de Herbergier.
U bent in aanraking gekomen met Herbergier Steenwijkerwold omdat uw vrouw, Pietje, daar ging wonen. Wat bracht u ertoe om u in te zetten voor de Herbergier?
“De Herbergier had een goede reputatie. Het werd door anderen omschreven als een mooie woonplek voor het geval het ooit nodig zou zijn. De Herbergier stond bovenaan het voorkeurslijstje met drie toekomstige woonmogelijkheden voor mijn vrouw. Het aanbod kwam eigenlijk te vroeg, Pietje was toen nog in een vroeg stadium van haar dementie. De aanloop heeft meer dan 5 jaar geduurd en alle fasen van ontkenning, verdriet en acceptatie kwamen voorbij. Met deze voorgeschiedenis was de overgang naar de Herbergier een logische vervolgstap. Het waren de buurvrouwen die zeiden: ‘Alle, dat moet je doen.’ In november 2021 zei Pietje uit zichzelf: ‘Ik ga verhuizen!’ waarna ze in maart 2022 haar intrek nam in Herbergier Steenwijkerwold, dat wordt gerund door zorgondernemers Albertha en Henk Zuring.”
Hoe ervaart u de zorg die uw vrouw ontvangt in Herbergier Steenwijkerwold?
“Vanaf de eerste dag voelt het als een warm bad als ik de Herbergier binnenkom: de sfeer is geruststellend, gezellig en ontspannen. Ze letten goed op mijn vrouw. Pietje is vrolijker dan ooit sinds ze in de Herbergier woont. Het is echt een commune. Ik ben inmiddels verhuisd naar een woning op 300 meter afstand van de Herbergier, en ga gemiddeld drie keer per week langs.”
Welke aspecten van de zorg waardeert u in het bijzonder?
“De persoonlijke aandacht die wordt gegeven aan alle bewoners, is het meest bijzonder. Het lief zijn voor elkaar. Er wordt veel geknuffeld. De bewoners voelen zich daardoor fijn. Er werken veel jonge mensen. Dat vind ik bewonderenswaardig om te zien. Dementie is een akelige ziekte. Er is geen medicijn voor. De oplossing ligt niet bij artsen, maar bij 1 op 1 contact. Dat werkt. Dat is fantastisch. De aandacht die mensen met dementie ontvangen is naar mijn mening veel belangrijker. “
U heeft een indrukwekkende achtergrond als chemicus, onderzoeker en hoogleraar. Hoe integreert u uw kennis van chemie en duurzaamheid in uw dagelijks leven?
“Ik ben lange tijd werkzaam geweest als onderzoeker voor DSM: een voormalig Nederlands chemiebedrijf, dat internationaal actief is. In die tijd focuste ik mij op het produceren en fabriceren van antibiotica. Daarnaast heb ik gedurende mijn carrière 25 jaar lang gepubliceerd en schreef ik boeken over duurzaamheid. De oplossingen zijn er al! is mijn laatste publicatie. We hebben alles in huis om een mooie planeet te maken. De kennis en kunde is er al.
Als emeritus-hoogleraar in de industriële chemie, haalde ik altijd veel plezier uit het geven van presentaties. Ik gaf in mijn carrière 20 jaar lang college. Het was altijd drie keer genieten: tijdens de voorbereiding, bij de uitvoering en bij de nabespreking. In de Herbergier gaat dat precies hetzelfde. Het kost me één of twee dagen om een pakkende presentatie voor te bereiden. Ik stel mezelf daarbij de eis dat het voor mij ook nieuwe inzichten moet opleveren en aansluit op mijn eigen ervaringen. Ik merk dat dat de betrokkenheid bij de presentatie verhoogt.
Daarnaast ben ik betrokken bij een project voor mantelzorgers aan Hogeschool Windesheim in Zwolle. De naam van het projectonderzoek is ‘VRbeelding’. Er wordt gewerkt aan virtuele hulpmiddelen om mantelzorgers te trainen in het omgaan met dementie. Het doel is niet alleen het negatieve beeld van dementie te nuanceren, maar ook om bij te dragen aan de ontwikkeling van betere (digitale) handvatten die helpen bij de dagelijkse omgang met en ondersteuning van mensen met dementie.”
Kennis delen in de Herbergier
Wat voor lezingen geeft u in Herbergier Steenwijkerwold?
“Toen ik in Herbergier Steenwijkerwold bij mijn vrouw op bezoek ging, zag ik dat de bewoners werden voorgelezen. Ik zei tegen een medewerker: ’dat zou ik ook graag doen.’ Waarop hij antwoordde: ’dat mag, maar het moeten wel verhalen zijn met een boodschap.’ Ik trok eerst een boek van Roald Dahl uit de kast. Al snel dacht ik: hier moet meer leven bij. Mensen houden van visuele prikkels. Ik maakte een PowerPointpresentatie en gaf een college van 20 minuten. De bewoners reageerden zo enthousiast, dat de presentatie al snel een uur duurde. De onderwerpen lopen uiteen van bloemen, vogels, DNA, tot aan stikstof- klimaatproblemen.
Mensen genieten van het moment, van de plaatjes. Ze merken dat je enthousiast bent. Je straalt uit dat je een bijzondere boodschap vertelt. Ik verwerk er altijd iets van mijzelf in. Het is een stukje kwetsbaarheid dat je toont en laten zien dat je dolle dingen kunt doen. Ik verwacht geen of weinig reacties van het publiek en geef bewoners de tijd om rustig rond te kijken. Ze zitten altijd in een mooie cirkel van zo’n 15 personen. Je kunt goed zien of er reacties zijn. Sommige mensen vertrekken opeens spiertjes, terwijl ze normaal alleen maar stilzitten. Het valt op welke plaatjes goed worden ontvangen. Daar komen geregeld vragen uit. Soms willen bewoners afbeeldingen wel 2 of 3 keer zien.”
Hoe komt u bij de onderwerpen van uw lezingen voor de bewoners van Herbergier Steenwijkerwold?
“Ik geef gemiddeld 3 keer per maand lezingen in de Herbergier. Enthousiasme is een succeswaarde om een verhaal te vertellen. De onderwerpen gaan alle kanten op. Het is een kwestie van fantasie. Zo kan het gaan over molens, diepzee, of hoe er op een duurzame manier 10 miljard mensen gevoed kunnen worden. Laatst ging het over wie de meeste hersenen heeft, mensen of dieren? Dan komen spontaan de hersenen van Einstein ter sprake. Een andere keer sneed ik het onderwerp van de klimaatproblematiek aan. Toen het eind van het verhaal naderde, zei een bewoner (een meneer uit Friesland): ‘Nu begrijp ik waarom er geen Elfstedentochten meer zijn’. Het is bijzonder dat iemand met dementie op zo’n moment zoveel denkslagen kan maken.”
Hoe heeft het delen van uw kennis en lezingen in de Herbergier uw eigen leven verrijkt?
“Ik had vooraf niet verwacht, dat ik het zo mooi zou vinden. Ik ben vreselijk blij dat ik dit voor mijn vrouw en voor de bewoners kan doen. Het geven van lezingen in de Herbergier is ook therapie voor mijzelf. Daarnaast leer ik steeds nieuwe dingen. Zo merk ik bijvoorbeeld dat het goed werkt om liedjes in mijn presentaties te verwerken. Bewoners houden ervan. Laatst deden we tijdens een lezing een virtueel uitstapje naar de Veluwe, over de heide. Toen kwam het liedje ‘Door de bossen, door de heide’ naar boven bij bewoners. Ik experimenteer ook met het tonen van filmpjes. Het is belangrijk dat die niet te snel gaan merk ik. En dat er duidelijk wordt gearticuleerd. Tot slot is het altijd een succes om af te sluiten met spreekwoorden die betrekking hebben op het onderwerp.”
Welke uitdagingen heeft u persoonlijk ervaren in het omgaan met de situatie van uw vrouw?
“Als ik een lezing geef, doe ik dat voor mijn vrouw, maar houd ik ook afstand. Dat maakt het hanteerbaar. Ik ben zelf 5 jaar haar mantelzorger geweest. Als de diagnose van dementie gesteld wordt, begint het afscheidsproces. Je blijft met je gedachten heen en weergaan: heb ik haar niet te vroeg uit huis laten gaan? Ben ik niet egoïstisch? Omdat ik als onderzoeker altijd veel heb geobserveerd, maakt dat de situatie soms makkelijker. Je houdt ongemerkt een beetje afstand. In het proces kwam ik er ook achter dat ikzelf en mijn drukke agenda een heel belangrijke bron voor stress bij mijn vrouw waren. Ik heb geleerd om alle stressfactoren weg te halen.”
Wat zou u willen meegeven aan mensen met dementie en hun naasten?
“Ik geef presentaties aan senioren over hoe het is om mantelzorger te zijn en probeer diverse dingen mee te geven: Stel je grenzen als mantelzorger. Neem een beetje afstand om je partner beter te kunnen begrijpen. Denk niet onmiddellijk in de zorgmodus.
Ik ben zelf heel goed begeleid door casemanagers, en kreeg van hen diverse lessen mee: Blijf doen wat je deed, doe alles wat je leuk vindt. Zorg allereerst goed voor jezelf. Als er dan nog tijd en energie over is, is die voor je partner. Ik leerde ook dat je er goed aan doet om meer te observeren dan te reageren. In een huwelijk doe je dat niet. Dan reageer je meer op elkaar. Nu kijk je meer naar wat zie ik hier? Wat doet ze? Wat zegt ze? Wat straalt ze uit? Daarnaast volgde ik het advies op om je verwachtingspatroon op 0 te stellen. Zo sta je namelijk open voor dingen die wél goed gaan. Als je niks verwacht, ben je blij met een klein resultaat. Dementiepatiënten hebben veel behoefte aan bevestiging, en aan complimenten. Er zit chemie achter: het knuffelhormoon is iets waar ik sterk in geloof. Daar houd ik mij als chemicus aan vast. Tot slot de laatste regel die mij werd verteld: Je hebt geen vrouw meer. De betreffende casemanager was de eerste persoon ooit die dit tegen mij zei. Dat was enerzijds confronterend, maar het gaf ook ruimte te kunnen helpen. Ik ben heel blij dat ik dat nog steeds elke week kan doen.”
Benieuwd naar meer informatie over het project VRbeelding? Neem dan een kijkje op: Met VRbeelding een genuanceerder beeld creëren van leven met dementie | Windesheim