Foto: Facebookpagina Herbergier Heythuysen
“Na een logeerpartij in een Herbergier waar mijn schoonmoeder zat, dacht ik: ‘Als de tijd daar is, is dit wel een prachtige oplossing.’ Mijn moeder woonde al 15 jaar bij mij, maar met de indicatie Alzheimer wist ik dat er een tijd zou komen dat ik dat niet meer kon volhouden”, schrijft dochter Ruwien. Inmiddels woont haar moeder Truus zo’n 6 jaar in Herbergier Heythuysen. In dit artikel deelt Ruwien haar ervaring.
“Ik liet haar op een wachtlijst zetten en ineens werd ik gebeld: er was plek voor mijn moeder. ‘Oh nee, zo erg is het nog niet’, reageerde mijn moeder. Mijn leven stond op zijn kop, elke dag woog ik af wat te doen. Het voelde zo fout: mijn moeder wegdoen. Maar al pratend met iedereen om me heen wist ik dat ik voor mezelf moest kiezen en uiteindelijk ook voor haar.
Omringd door liefde
Mijn moeder ging in Herbergier Heythuysen zogenaamd weer logeren. Ze vroeg zich wel af waarom deze keer al haar spulletjes meegingen, waarop ik antwoordde: wie weet vind je het hier wel heel leuk. En dat was ook zo. Keer op keer zei ze: ‘Ik heb het goed hier he?’ Waarop ik zei: “Ja, mam.”
Aan zorgondernemer Wim vroeg ze: “Ben ik niet lastig?” Ze vroeg niet: wanneer ga ik weer naar huis? Ik heb haar ook nooit meer naar huis gehaald, omdat ik zo bang was voor heimwee. Inmiddels zit mijn moeder 6 jaar bij de Herbergier en wordt ze omringd door de zorgzaamheid en liefde van de medewerkers en vrijwilligers.
Van mantelzorger naar dochter
Het mooiste is dat wij samen weer zo’n liefdevolle band hebben. Ik hoef niet meer te mopperen alsof ze een lastig kind is. Door de vraag ‘Ben ik lastig?’ die ze telkens stelde, weet ik dat de mantelzorg van de laatste twee jaar thuis haar dat gevoel gaf. Nu vraagt ze het niet meer, want in de Herbergier is ze niet lastig, maar zeer geliefd.”
- Het verhaal van Ruwien, dochter van Truus