Bij de beoordeling of een Herbergier een passende woonplek is voor een bewoner maken de zorgondernemers gebruik van inclusie- en exclusiecriteria.
Belangrijkste inclusiecriterium:
-
Er is sprake van een geheugenprobleem.
Belangrijkste exclusiecriteria:
-
Er is onvoldoende expertise in huis om de gevraagde zorgvraag te kunnen beantwoorden. Dat is bijvoorbeeld maar niet uitsluitend het geval bij Fronto-temporale dementie, syndroom van Korsakov en psychiatrische problemen.
-
Er is een situatie ontstaan waarbij door het gedrag van de bewoner dusdanig inbreuk wordt gedaan op de leefsfeer in de Herbergier, dat de visie van de Herbergier niet meer gehandhaafd kan worden.
-
De veiligheid van ofwel de bewonert zelf, ofwel van de andere bewoners, ofwel de medewerkers komt dusdanig in gevaar, dat van de zorgondernemer redelijkerwijs niet langer kan worden gevergd dat hij de overeenkomst handhaaft.
-
De bewoner heeft om medische redenen en/of advies van een arts aanvullende behandeling en ondersteuning nodig die de zorgondernemers en de medewerkers niet kunnen bieden.
-
Er is sprake van dwang en/of er zijn geen alternatieven binnen de Herbergier om de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen tegen te gaan.