We zitten samen op de bank in haar appartement. Mijn moeder Annie, en ik. Op schoot ligt mijn dagboek uit 1975; ik ben dan 9 jaar. Ook Annie heeft er in geschreven. Een sentimental journey naar mijn jeugd. Naar ons gezinsleven. We bladeren en lezen er samen in. Annie geniet.
Sinds een jaar woont Annie in de Herbergier Boxtel. Een pittig jaar. Na jarenlange intensieve mantelzorg thuis ging het zelfstandig wonen niet meer. Een nachtelijke val was de druppel: alleen wonen was niet meer verantwoord. Met haar 89 jaar was het tijd voor een nieuwe fase. Het was zeker niet makkelijk om het eigen huis en autonomie te verruilen voor de woonvoorziening van de Herbergier. Het eerste jaar was om vele redenen pittig. Maar zoals Annie het zelf zegt ‘het wennen is nog bezig, maar het gaat steeds beter’.
Als zoon en mantelzorger voel ik dat ook. Allerlei zorgen en beslommeringen drukken niet meer op mijn schouders en die van mijn broer. Het rode lampje dat altijd brandde mag ook eens uit. Hoe gaat ze de nacht in? Heeft ze goed gegeten? Voelt ze zich oké? Bij deze vragen weet ik nu dat ze in goede handen is. En tegelijkertijd moet ook ik zoeken. De intimiteit van intensief mantelzorgen verandert met de woonomgeving. Zij heeft een nieuw thuis. En ook wij worden daarmee onderdeel van een zorg-gemeenschap. En daarin ontdek je samen - met zorgondernemers, zorgpersoneel, andere bewoners - je weg. De kunst daarin is om het eigene van jouw relatie met je moeder te behouden. Om die om te zetten naar de nieuwe context. Gelukkig leent het concept van de Herbergier zich daarvoor.
Zo ga ik twee per week naar mijn moeder. We gaan samen naar buiten voor een boodschapje. We verkennen haar nieuwe omgeving en drinken koffie. In de huiskamer of in haar appartement, net hoe het uitkomt. En ik blijf wel eens een nachtje logeren, en slaap dan op een stretcher bij haar in het appartement. Simpelweg omdat dat soms praktisch is (ik woon verder weg), maar ook omdat het gezellig is om dan bij haar thuis, in haar appartement, te gast en logé te zijn. Dat deden we voorheen ook. We spreken elkaar dan iets langer. En dan gaat het over nu, maar ook over wat was en is geweest. Over vroeger.
Het dagboek uit 1975 is nu even een bron van herinneringen. Ik toen 9 jaar - zij 42. Ik nu 57 jaar en zij 90. De tijden zijn veranderd. Onze tijden zijn veranderd. Ook onze rollen ten opzichte het van elkaar zijn veranderd. Zij meer kind. Ik meer ouder. De wederzijdse afhankelijkheid verschuift. De cirkel van het leven.
Wat blijft is de intense moeder-zoon relatie. Ook in haar nieuwe (t)huis van de Herbergier Boxtel geven we die vorm. De Herbergier nodigt daarvoor uit. Jouw leven leven en meebewegen. Als een continue levensopdracht. Het hoofdstuk Herbergier is aangebroken. En dat voelt goed. Samen thuis.
Hilair Balsters, januari 2023